De neus is een orgaan dat primair dient voor het ademhalen en het ruiken. Ademhalen is een essentiële levensverschijnsel. Zonder ademhalen gaat
de rat binnen enkele minuten dood. Een rat haalt tussen de 70 en de 110 keer adem per minuut. Het gaat hier om gaswisseling waarbij gassen uit
de omgeving opgenomen worden en gassen afgegeven worden.
Het gaat hier om het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxine. De ademhaling van de tamme rat gaat vanzelf. Het wordt door
het ademhalingscentrum dat zich in de hersenstam bevindt, geregeld. Door spieren aan te spannen zorgt de rat ervoor dat de borstholte groter
wordt. Hierdoor stroomt er lucht met daarin 21 procent zuurstof naar binnen. In de longen wordt de zuurstof in het bloed opgenomen. Koolstofdioxide wordt
via het bloed aan de longen afgegeven. Rode bloedcellen vervoeren de ingeademde zuurstof naar de lichaamscellen. In deze cellen zitten soort energiecentrales
die glucose met behulp van de ingeademde zuurstof verbranden. Hierbij komt energie vrij.
Bij de meeste gewervelde dieren zit de neus centraal aan de uiteinde van het gezicht. Dit wordt bij de rat de snuit genoemd. In de neus zitten bij
de meeste dieren twee openingen aan de voorzijde: de neusgaten. Achter de neusgaten ligt de neusholte. Ademhalen kan ook via het bekje, maar ratten
ademhalen de meeste lucht door de neus. De neus heeft als extra functie de lucht te filteren, te reinigen en te verwarmen voordat het naar de longen gaat.
In de neus zitten kleine neushaartjes en met behulp van deze haartjes worden schadelijke deeltjes uit de lucht gehaald. De schadelijke deeltjes verlaat samen
met snot de neus. Dit gebeurt door te niezen. Niezen is een plotselinge, krachtige uitademhaling om de neus te reinigen. Dit is een reflex dat uit het reflexcentrum van
de hersenen gestuurd wordt bij prikkeling van het neusslijmvlies. Soms zie je dat de tamme rat een vochtige neus heeft. Dit is niet altijd snot na het niezen,
maar heeft een functie namelijk om de richting van de luchtstroom te bepalen. De rat gebruikt de neus dus ook voor richtingsgevoel.
In de neusholte zit bij de rat het reukorgaan, ook wel reukzin genoemd. Hiermee ruikt de tamme rat. Ruiken is het vermogen om stoffen in de lucht waar te nemen.
Een rat ademt lucht in en voert die langs de reukorganen. De rat heeft twee reukorganen: het orgaan van Jacobson en het reukepitheel.
Daar worden de luchtdeeltjes door gespecialiseerde geurreceptoren herkend. Het orgaan van Jacobson is een soort kruising tussen reuk- en smaakorgaan.
Dit omdat zowel de tong als een soort neusweefsel betrokken zijn bij het gebruik van dit orgaan. Dit orgaan staat rechtstreeks met de hersenen in contact.
Het reukepitheel is het weefsel dat verantwoordelijk is voor het waarnemen van reukstoffen. Het reukepitheel wordt door filia olfactoria (= reukzenuw)
verbonden met de bulbus olfactorius. De bulbus olfactorius van de rat wordt in vier zones verdeeld die de afzonderlijke reukstoffen analyseren.
Dit door middel van het oplossen van stofjes in het slijmvlies. De bulbus olfactorius zorgt ervoor dat de reukinformatie naar verschillende delen
van de hersenen gestuurd worden. Onderzoekers ontdekten dat de rattenneus werkt als een soort gaschromatograaf, een apparaat dat mengsels
van stofjes / geuren kan scheiden in de afzonderlijke componenten. Bepaalde stoffen
lossen gemakkelijk op in het slijmvlies en andere juist niet. Voor de gemakkelijk op te lossen stoffen volstaat het kort opsnuiven van de lucht.
Ratten leren snel om een goed oplosbare geur te herkennen. Ratten passen hun ademhaling aan om niet goed oplosbare geuren te herkennen.
Ze ademhalen langzamer zodat de geur langzamer door de neus beweegt en de dieper gelegen geurreceptoren bereiken.
De reukorgaan is nauw samen verbonden met het smaakorgaan. Ongeveer tachtig procent wat geproefd wordt, wordt door het reukvermogen beïnvloed, zoals
bitter, zoet, zuur en zout. Ratten kunnen erg goed ruiken en weten aan de geur wat lekker is en wat ze niet moeten eten. Ratten kunnen van de ademhaling
van andere ratten ruiken wat zij eten en lekker vinden. En zo weten zij wat zij kunnen eten. Ze associëren geur met voedsel en andere herinneringen. Dat is mede
waarom in de natuur snelwerkend rattengif niet werkt. Wanneer rattengif binnen drie dagen leidt tot het overlijden van een soortgenoot, hebben ze geroken
wat deze rat gegeten heeft en zullen ze dit gif niet meer nuttigen.
Een ander functie van het reukorgaan is het vormen van sociale binding met soortgenoten uit de groep. Ze weten door onder andere aan het ruiken of een ander
rat tot de groep hoort. Ook wordt het reukorgaan ingezet om prooien en roofdieren te herkennen. Dit in samenwerking met het zien van ultraviolet licht.
Verschillende lichaamsdelen weerkaartsen het ultraviolet licht anders waardoor de tamme rat in het donker diersoorten kan herkennen. Door een
gunstige positie te kiezen in de windrichting, dit met behulp van een vochtige neus en het voelen van de trillingen van de snorharen, kan hij geuren van
andere dieren opvangen.
De rat heeft een zeer goed reukvermogen. Het ruiken is van groot belang voor het overleven en oriënteren. Wetenschappers hebben het DNA van de rat en muis
met die van de mens vergeleken. Daaruit kwam dat de mens meer op de DNA van de rat lijkt. Ongeveer 90% van het DNA kwam overeen, echter niet altijd
in dezelfde volgorde. Wanneer je naar het DNA van de rat kijkt dan zijn er ongeveer 500 en de 1.000 genen betrokken bij het decoderen van geuren. Dat is
ongeveer 1% van het DNA van de rat. Of wel van elk 100 genen is één gen betrokken bij het identificeren van geuren. Dit onderbouwt hoe belangrijk ruiken voor
de rat is!
Bloedneus?, nee porfyrine
Bij ratten worden oude rode bloedcellen en beschadigde rode bloedcellen in het lichaam opgeruimd. Bij dit proces wordt bij de rat hemoglobine afgebroken. Hemoglobine
is een stof wat ervoor zorgt dat rode bloedcellen zuurstof kan transporteren. Bij de afbraak van hemoglobine wordt een rode kleurstof gemaakt, genaamd porfyrine.
Deze stof wordt via een klier onder de ogen, genaamd de harderse klier, via het traanvocht uitgescheiden. Dit is bij ratten te zien aan een rode kleur
bij de ogen en aan het uiteinde van de snuit. Bij stress of ziekte kan deze klieren actiever worden. En bij het weg wassen, komt dit ook op de uiteinde van de snuit
terecht waar de neus zit. Als het opgedroogd is en hard geworden is, lijkt dit op opgedroogd bloed. Het gaat hier dus niet om een bloedneus. Tamme
ratten hebben niet vaak een bloed neus.
Luchtweginfecties
Tamme ratten zijn erg gevoelig voor luchtweginfecties. Deze infecties kunnen besmettelijk zijn. Na aanschaf van een tamme rat zonder verschijnselen kan
na twee weken alsnog de infectie openbaren en leiden tot een longontsteking. Oudere ratjes zijn meer vatbaar. De symptomen van luchtweginfecties zijn
het lastiger ademhalen en het continu niezen. Het moeilijker ademhalen merk je aan de in-en-uit bewegingen van de ribbenkast. Door te luisteren naar
de ademhaling van de rat hoor je in zo'n situatie raspende of piepende ademhaling. Het niet goed eten en slapen kunnen eveneens kenmerken zijn
van het ziek zijn. Wanneer je vermoed dat de rat een luchtweginfectie heeft, kan je beste naar de dierenarts gaan. Hij kan een antibiotica voorschrijven.
Albino ratten ruiken minder!
Bij onderzoek met albino ratten is gebleken dat albino ratten een minder reuk vermogen te hebben. Bij geur testen bleek de reactie snelheid langzamer te zijn dan
bij andere gekleurde ratten.
Bronnen:
- http://www.protvintl.com/hoe-om-te-weten-of-uw-rat-heeft-longontsteking/
- http://www.brandeis.edu/now/2011/july/katzrats.html
- Spatially organized response zones in rat olfactory epithelium
- The Rat Nervous System, by George Paxinos
- Ratten snuiven geuren verschillend op
- http://www.ratbehavior.org/RatOlfaction.htm
- Algemeen klinisch onderzoek van een dier