Geschiedenis
De zwart kleur is in het wild ontstaan, evenals de geel roodoog. Deze variant kwam uit de whistar lijn. Eenmaal dat beide kleurmutaties bekend waren, duurde het waarschijnlijk niet lang voordat deze twee kleurmutaties gecombineerd werden. De eerste champagnes zullen zo rond 1914-1915 gefokt zijn.
Volgens een artikel van Nick Mays van N.F.R.S. (maart/april 1989) is het waarschijnlijk dat champagne in 1935 als crème in de N.F.R.S. standaard was opgenomen. Champagne is bij de N.F.R.S. sinds 1976 in de standaard opgenomen en vanaf 1984 in de A.F.M.A. standaard.
Beschrijving van de kleur en eigenschappen
Het gaat hier om de combinatie van twee kleurmutaties, namelijk de geel roodoog factor (= pink-eyed dilution factor) met de zwarte factor. Het heeft daarom geen agouti uiterlijk. De haren zijn van haarwortel tot aan de top één en dezelfde kleur. De dekkleur ligt tussen zacht beige en gebroken wit in. De buikkleur is iets lichter van kleur.
De oren bij deze kleurvariant zijn vleeskleurig. Je ziet als het ware de rode bloedadertjes in het oor zitten. De ogen zijn rood van kleur.
De snorharen zijn eveneens zacht beige van kleur, maar doordat de haren zo lang zijn en uit elkaar liggen, lijken deze wit. De staartkleur is ook zacht beige tot gebroken wit. Op latere leeftijd ontstaan op de staart er soms pigmentvlekken.
Champagne ontstaat door het combineren van twee recessieve kleurslagen geel roodoog en zwart. Dat wil zeggen dat van beide ouderdieren het geel roodoog gen (p) en het zwarte gen (a) geërfd moeten hebben. Als je bijvoorbeeld een champagne met een zuiver agouti kleur kruist, dan zijn de jongen uit de eerste generatie allemaal agouti. Zou je deze tamme ratten onderling kruisen, dan krijg je naast agouti de kleuren zwart, geel roodoog en champagne.
De genetische code voor champagne is aapp.
Meer foto's
